verfomfaaid

PrintCamiel Bouchier0

Een ander leuk Nederlands woord is "verfomfaaid".

Bron: taalvoutjes.nl

Een van mijn favoriete Nederlandse woorden, ‘verfomfaaid’, hoort zowel thuis in het rijtje verrassende als in het rijtje muzikale onomatopeeën.

Grimmig bestaan

Dat zit zo: het woord heeft wortels in de Duitse kroeg. In het Nederduits gebruikten mensen als de Gebroeders Grimm aan het einde van de achttiende eeuw het werkwoord verfumfeien om aan te duiden dat iemand zijn tijd aan het verdoen was met muziek en dans, met name in de kroeg. Dat werkwoord ging op zijn beurt terug op fumfei en fidelfumfei, twee woorden die volgens het befaamde Deutsches Wörterbuch van de Gebroeders Grimm onomatopeeën waren; ze bootsten vioolgeluiden na.

Slordig

Verfumfeien was geen lang leven beschoren bij onze oosterburen, maar het afgeleide bijvoeglijk naamwoord ‘verfomfaaid’ mag zich in Nederland nog op veel aandacht verheugen. Van zijn oorspronkelijke betekenis ‘verkwisten’ was het een klein sprongetje naar de huidige betekenis ‘slordig, verfrommeld, beduimeld’. In de negentiende eeuw vinden we daarvan al volop voorbeelden in de vaderlandse literatuur. Zo lezen we in Hanna van E.J. Potgieter uit 1843: “Wel, meid, wat is je muts verfomfaaid en wat zien je oogen rood – waait het zo?”

Bronnen:
J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal
M. Philippa e.a. (2003-2009), Etymologisch Woordenboek van het Nederlands
Buurtaal.de/blog/verfomfaaid

Geen reacties op “verfomfaaid”